Zoeken in deze blog

zondag 31 mei 2009

L.V.V., stroper

Veroordeeld tot een boete voor het lopen op verboden grond! Al zijn geld en vrije tijd was er in gaan zitten: zijn hobby: stropen. Zwalken door de duinen. Het was overgrootouder L.V.V. zijn lust en zijn leven. Een sprenkeltje zetten om een wild duinkonijntje te verschalken. Onschuldig armeluis vertier. Toen!




Het werd het nageslacht met de paplepel ingegeven.
Moeder's las het al voor uit Kabouter Piggelmee:
"En het vrouwtje zorgde voor het eten, maar dat eten moest er zijn.
Mannetje ging dus dagelijks jagen, schoot een haasje of konijn."
Zo zag de tot de tanden bewapende stroperszoon er uit. Mooie buit.

zaterdag 23 mei 2009

Jan Kloos en de scheerpapiertjes


Jan Kloos , gewaardeerd historicus van de beide Noordwijken, beschrijft zijn verbazing over de vondst van het in perkament gebonden boek, getiteld 'Register van de graven in de kerk te Noordwijk-aan-Zee' op de schenktafel van onze overgrootmoeder Jannetje Vliet Vlieland-van den Berg, kroeghoudster, scheerster en varkensslachtster.
Het respect voor het bewaren van oude en waardvolle zaken, zou Noortukker nu dat precies van haar hebben geërfd?

maandag 18 mei 2009

Van Taveerne tot Oranjehotel


Op 10 december 1855 wordt Cornelis Vliet Vlieland eigenaar van een taveerne, die later in de volksmond vernoemd wordt naar zijn echtgenote : ’De Strandtaveerne van Jannetje Vliete'. Het bestond uit een huis met schuur verdere getimmerte en erve, staande en gelegen te Noordwijk aan Zee, plaatselijk geteekend nommer 37 op den kadastrale legger der gemeente Noordwijk bekend in Sectie E onder nommer 185, ter grootte van twee roeden twee en twintig ellen. Het wordt door aankoop van Jan Groenendijk, en overname van diens hypothecaire schuld van 500 gulden aan Jan Kroon en Ary Gordijn zijn eigendom.[akte 124, 1855: notaris mr. C.C. van der Schalk.] Hij maakt wat moois van de ‘koffieshop’ en hangt bij wijze van reclame boven de ingang als uithangbord het boegbeeld van 'Amphritite', voorstellende de godin der baren en voorzien van de Grieksche kernspreuk: Ken u zelven (lat.'Nosce te ipsum'), afkomstig van het aan onze kust op 17 december 1857 gestrande schip 'Amphritite'. Hij verkoopt de zeetaveerne op 23 januari 1880 aan zijn (toekomstige) schoonzoon Jacobus Cornelis Vink, voor een bedrag van 1000 gulden. Het bezit is dan inmiddels vergroot met het huis 285, groot 40 centiaren.[akte 19, 1880: notaris mr. Th.W. van der Schalk.]
Vink koopt in 1890 van H. Tappenbeck nog een perceel duingrond met pad à ƒ 300,--[Notar.Noordwijk 1890 nr 80]. Dan komt Vink op 2 februari 1892 te overlijden, zijn vrouw achterlatend met vijf kinderen waarvan de jongste vier maanden na zijn dood ter wereld komt. Na Vink's overlijden komt de taveerne opnieuw in het bezit van de familie Vliet Vlieland. De weduwe Grietje Vink -Mejuffrouw Margaretha Vliet Vlieland-is tot zijn erfgename benoemd. Zij hertrouwt Petrus Theodorus Rietmeijer Wzn, bloemkweker en..... kastelein.[akte 129, 1895 notaris mr. L.A.T. Binnendijk. Ook uit dit huwelijk worden 5 kinderen geboren. Margaretha wordt ziekelijk en is in 1911 overleden.

Caféhouder P.TH. Rietmeyer laat in de zomer van 1898 'zijn’ Koffiehuis met een nieuwe koffiekamer en veranda verrijken . In 1904 worden de bezittingen openbaar verkocht. De nieuwe eigenaar wordt de heer S. van Ruiten. Het wordt een modern Café-Restaurant en wat later uitgebreid tot ‘Hotel van Ruiten.' Daarna komt het hotel in het bezit van de heer A.M. Marinkelle en krijgt de naam van- na opnieuw een uitbreiding- Oranjehotel ! In de periode van de Tweede Wereldoorlog wordt het hotel met de grond gelijk gemaakt om plaats te maken voor de Atlantikwal. Nu is die plek een mooi uitzichtspunt gelegen aan het parkeerterrein naast het ‘Gat van Palace’aan de Koningin Wilhelminaboulevard.
(1885: Noordwijk aan Zee 63; 1890: Hoofdstraat 71; 1898: Hoofdstraat 7}










Wie, wat en waar Lunchroom Zeerust heeft gestaan en of er een relatie is met de strandtaveerne? Noortukker weet het u niet te zeggen.

dinsdag 12 mei 2009

Zwager Gerrit en het Vredespaleis


De zwager van Piet Rietmeijer, Gerrit Vliet Vlieland, begon zijn carrière als smidsknechtje bij zijn buurman Jan van Kan. Op zekere dag, een doodgewone doordeweekse werkdag, verscheen hij, 's morgens om 5 uur -in zondagse kleding- in de smidse. De verbaasde van Kan vroeg hem wat dat te betekenen had, waarop de jeugdige smidsknecht meldde, dat hij voor zo'n slavendrijver van een baas geen knecht meer wilde spelen. Daarom had hij zijn goeie goed aangetrokken: hij ging de wijde wereld in. Die wijde wereld beperkte zich tot een wandeling over het strand naar Scheveningen waar hij werk vond, een vrouw uit Drenthe en er vele jaren met zijn gezin woonde. In zijn smeedwerk specialiseerde hij zich zodanig dat hij later als smid actief was bij het smeden van de hekken voor het Vredespaleis. Uiteindelijk overleed hij te Amsterdam -waar hij na de dood van zijn vrouw onderdak vond binnen het gezin van zijn dochter Johanna- op bijna tachtigjarige leeftijd.
Jan van Kan zou nog vele jaren practiserend smid blijven waarvan deze advertentie het bewijs is.